dinsdag 3 maart 2015

Story Cube Dinsdag, 1

Taadaa!!!
Tromgeroffel alstublieft!
Met trots presenteer ik jullie mijn allereerste Story Cube verhaal.

Op de foto zien jullie de negen afbeeldingen die ik met de dobbelstenen heb gegooid. Ik heb met de dobbelstenen drie combinaties gemaakt. Een begin, midden en een einde. Daarna ben ik gaan schrijven met onderstaand verhaal als resultaat.
 
Laat me weten wat jullie er van vinden. Ik ben erg benieuwd naar jullie reacties!
Volgende week ben ik weer terug met een nieuw Story Cube verhaal ;-)

 

---------------------------------------------------------------------------------------------------

Er was eens een prinses genaamd Autumn, vernoemd naar het seizoen waarin ze geboren was. De prinses had haar zo bruin als herfstbladeren en haar ogen waren zo groen als gras. Samen met haar ouders en haar broer, de koning, koningin en kroonprins, woonde ze in een prachtig kasteel. Omdat de koning en koningin hun dochter voor al het kwaads van buitenaf wilde beschermen, mocht de prinses het kasteel niet verlaten.

Het kasteel had een ophaalbrug en was omringd door een grote slotgracht. Autumn klom soms stiekem over de kasteelmuur, ze ging dan op de oever van de gracht zitten en hing met haar voeten in het water. Met een eigengemaakt hengel probeerde ze dan vissen uit de gracht te vangen, die ze natuurlijk altijd weer vrij liet in het water. Nooit ging ze naar de overkant van de gracht.

Toen Autumn ouder werd begon ze zich eenzaam te voelen. De vissen in de slotgracht waren haar enige vrienden. Autumn werd nieuwsgierig naar de buitenwereld. Het liefst zou ze op een paard springen en wegrijden, de wereld buiten het kasteel ontdekken… Maar dat mocht niet van haar ouders.

Op een dag, toen Autumn met haar voeten in het water zat, liep er een jongeman voorbij. Fluitend trok hij een kar voort. Een hond liep vrolijk voor hem uit. De prinses verstopte zich snel achter een struik en keek toe. De jongen had piekerig blond haar. En toen hij opkeek zag ze dat zijn ogen net zo blauw waren als de lucht op een heldere lente dag. Hij schepte met een schaaltje wat water uit de gracht en gaf het aan de hond. Autumn wist niet precies wat het was, maar deze jongeman had iets speciaals. Niet veel later liep hij fluitend verder, terwijl het hondje vrolijk blafte.

De prinses zorgde er voor dat ze de volgende dag om precies dezelfde tijd achter de struik zat, hetzelfde deed ze de dagen erna en telkens zag ze de jongen met het piekerige blonde haar en heldere blauwe ogen voorbij lopen. De hond liep altijd vrolijk voor hem uit. De kar trok hij altijd achter zich aan.

Tot hij op een dag niet voorbij kwam lopen. Prinses Autumn wist niet precies hoelang ze al achter de struik zat, maar ergens had ze het gevoel dat de jongeman vandaag niet zou komen. Misschien kwam hij morgen wel weer? Maar ook de dag erna verscheen de jongeman niet. Teleurgesteld klom ze de muur weer op. Ze hoopte maar dat alles goed met hem ging, dat ze hem morgen misschien wel weer zou zien. “Ik wist dat er iemand achter de struik zat” zei een stem. De prinses was verrast en greep bijna mis. Gelukkig kon ze zich nog net op tijd vastpakken. Autumn trok zichzelf omhoog  de muur op. Ze draaide zich om, haar ogen begonnen te stralen bij het zien van de heldere blauwe ogen en het piekerige blonde haar. Ze ging op de rand van de muur zitten en bungelde met haar benen over de rand. De ogen van de jongeman werden groot. “U bent de prinses…” snel maakte hij een buiging. Autumn negeerde zijn opmerking. “Waar is uw hond?” vroeg ze de jongeman. “Mijn hond is thuis, prinses” antwoordde hij. “Alsjeblieft, zeg toch Autumn” zei ze tegen de jongeman. Ze had er een hekel aan als mensen haar prinses noemde. “Prinses Autumn!” het was één van de wachters. Autumn keek even op. “Ik moet gaan” en de prinses rende weg.

De dag erna zat Autumn weer met haar voeten in het water. Ze hoopte zo dat ze de jongeman weer zou zien. En dat gebeurde ook. Hij nam plaats op de oever aan de overkant en hing met zijn voeten in het water. Die middag kwam Autumn te weten dat de jongeman Chord hete. Iedere dag liep hij langs het kasteel om naar het dorp iets verderop te gaan. Daar verkocht hij dan de groentes, eieren en kazen die zijn ouders op de boerderij oogstten.

Autumn zat iedere dag op haar vaste plekje en wachtte totdat Chord kwam. Dit deed ze als hij naar het dorp ging, maar ook als hij weer terug naar huis ging. Ze kwamen steeds meer over elkaar te weten. Zo had Chord twee oudere broers, hij was de jongste en moest alle rot klusjes doen. Zijn familie was erg muzikaal en zelf kon hij een aardig woordje zingen. Het liefst zou hij weg willen. Hij wilde meer zien dan het pad van en naar het dorp. Hij wilde de wereld verkennen.

Autumn vertelde hem over haar dromen. Dat ze het kasteel wilde verlaten en meer van het koninkrijk wilde zien. Ze wilde geen prinses meer zijn, tenminste niet als dat betekende dat ze het kasteel niet mocht verlaten. En zo ontstonden de plannen die twee avonden later in werking gingen.

De prinses klom ’s avonds ongezien over de muur. Ze verstopte zich achter de struik en wachtte op Chord, maar hij kwam niet. Na uren besloot Autumn de muur weer op te klimmen en naar binnen te gaan. De volgende ochtend zat ze weer op haar plekje, maar ook toen kwam Chord niet. Die nacht zat ze weer verstopt achter de struik, maar ook die avond verscheen Chord niet. Was hij hun afspraak vergeten?

Op een middag zat ze huilend aan de oever van de gracht. Had Chord haar achtergelaten? Hij leek een goede jongen. De vissen probeerde haar te troosten toen een bekende stem te horen was. “Autumn” de prinses keek met grote ogen op. Aan de overkant van de slotgracht stond Chord. “Het spijt mij dat ik niet eerder kon komen prinses” verontschuldigde hij. Snel droogde Autumn haar tranen. Die middag beloofde Chord dat hij haar die avond zou ophalen.

De rest van de middag bracht Autumn in haar kamer door. De middag had nog nooit zo lang geduurd. ’s Avonds klom ze over de muur en wachtte op de jongeman. Uit het niets verscheen aan de overkant het licht van een lantaarn. Het was Chord. Naast hem zat het hondje. Er verscheen een grote glimlach bij de prinses.

Met behulp van Chord kwam Autumn aan de andere kant van de slotgracht. Chord pakte de hand van de prinses vast en met zijn drieën rende ze snel het bos in, waar een groot paard op hun stond te wachten.

Chord en Autumn staarden elkaar aan. Chord verzamelde al zijn moed en gaf de prinses een kus. Bij beide verscheen een lichte bloos, die ze, door de duistere nacht, geen van beide konden zien. Autumn sloot even haar ogen en haalde diep adem. Ze opende haar ogen, trok Chord aan zijn shirt naar haar toe en plaatste zijn lippen op die van haar. Bij beide verscheen een glimlach.

“Laten we gaan” fluisterde Chord. Hij klom op het paard en hielp Autumn daarna achterop. De prinses sloeg haar armen om zijn middel en legde haar hoofd tegen zijn rug. Chord trok aan de teugels, tikte zijn hakken tegen de buik van het paard en stormde er met de prinses vandoor.

Samen reden ze de donkere nacht in. Het koninkrijk lag nu aan hun voeten.



"I'm Sabrina and I'm just trying to be me in this big world"

2 opmerkingen:

  1. Heel erg leuk verhaal! Ik zal die van mij hieronder plaatsen. Xx Ilse

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Oh dat gaat niet... Ik zet hem wel op facebook...

    BeantwoordenVerwijderen