vrijdag 28 maart 2014

Reizen

Voor de schrijfcursus moesten wij een reisverslag schrijven over het aankomen op een plaats. Hiervoor moesten wij een eigen ervaring gebruiken. Het was de bedoeling om de omgeving en sfeer te omschrijven.

Voor mijn reisverslag heb ik mijn aankomst ervaring in Londen gebruikt.
Hier ben ik in Augustus 2013 naartoe gereisd. Wat misschien leuk is om te weten is dat ik via vakantieveilingen een verrassingsticket had weten te bemachtigen. Dit ticket was voor twee personen (vlucht en 2 hotelovernachtingen). Onze bestemming werd pas twee weken voor vertrek aan ons bekend gemaakt. Parijs, Berlijn en wat andere zonnige bad steden behoorde allemaal tot de mogelijkheid. Bij ons kwam Londen uit de molen.

Hierbij mijn reisverslag.
Ben erg benieuwd naar jullie reacties.

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Ik keek naar buiten terwijl ik heen en weer schudde. Twee uur lang heb ik het landschap zien veranderen. Gebouwen groot en klein gingen aan mij voorbij. Er klonk een belletje, waarna verschillende talen volgde. Engels, Frans, Duits, Spaans, Italiaans, maar geen Nederlands. Gelukkig verstond ik Engels…. Liverpool Street, hier moesten we er uit.

We reden steeds langzamer. Ik pakte m’n koffer en stond op. “Zo we zijn er” hoorde ik mijn beste vriendin opgelucht zeggen. Fijn dat één van ons ontspannen was. Ik was dat bepaalde niet. Mijn buik voelde raar. Het gevoel van vlinders, maar dan niet op een goede manier. 

We liepen naar de deuren, die nadat we stil stonden, opende. We stapten uit en ik keek om me heen. Wat was het groot! Het plafond leek wel kilometers hoog. In de verte, z’n 5 of 6 perrons verder, stond een lange trein. We hadden geen idee waar we heen moesten. Alle mensen die in de trein zaten liepen allemaal dezelfde kant op, we besloten om die maar te volgen. We kwamen uit bij een hoge roltrap. Bovenaan de roltrap kwamen we uit in een gigantische stationshal. Langs de rand zaten verschillende winkeltjes en tientallen cafétjes. Er was een hele grote hoge trap, boven leken nog meer cafés te zitten. Mensen liepen kris kras door elkaar. Ze leken allemaal precies te weten waar ze heen moesten. Maar waar moesten wij heen? We wisten dat we met de metro verder moesten, maar welke lijn moesten wij nemen?

Mijn oog viel op de grote borden die midden in de hal stonden, vlak naast een informatiebalie. We gingen voor de grote borden, we wisten tenslotte naar welk station we moesten en wilde niet als toeristen overkomen. Met het kaartje, wat ik van de niet zo vriendelijke medewerkster op het vliegveld had gekregen, in mijn hand geklemd speurde ik de ene kant van de borden af, terwijl mijn beste vriendin de andere kant bekeek. Op het kaartje stond dat we vanaf hier naar London Bridge moesten reizen. Na alle borden langs te zijn geweest hadden we niks gevonden. Kom op, hoe moeilijk kon dit zijn? We gingen nog een keer de borden langs, maar konden het ook deze keer niet vinden.

We besloten om onze trots aan de kant te zetten en sloten aan in de lange rij die voor de informatiebalie stond. Wij waren kennelijk niet de enige die de weg niet konden vinden in dit grote doolhof. Voordat we het wisten waren we aan de beurt. We legde de man uit dat we naar London Bridge moesten. Hij vertelde ons dat we het beste met de metro naar Bank konden reizen, waarna een vaag en onduidelijk verhaal volgde. We bedankte de man vriendelijk en liepen weg. Beide keken we elkaar verwarrend aan “Heb jij iets begrepen van wat die man zei?” vroeg mijn beste vriendin. Ik haalde mijn schouders op “Alleen het stuk waar hij zei dat we naar Bank moesten”. We besloten om verder te kijken. In z’n grote stationshal moest toch wel meer dan één informatiebalie zijn?

We liepen langs de poortjes die naar de metro leidde. Moesten we daar door? We twijfelde. In een hoek, niet ver bij de poortjes vandaan, spotte we een andere informatiebalie. Er was verder niemand bij de balie te bekennen.

Achter het raam zat een man. We vertelde hem dat we naar Bank moesten, maar geen idee hadden hoe we daar moesten komen. Hij vroeg ons wat onze eindbestemming was. We vertelde dat we naar London Bridge moesten, om vanuit daar verder te reizen naar Croydon. De man schudde met een glimlach zijn hoofd. Als we naar London Bridge moesten dan konden we beter via de Metropolitan-lijn naar Moorgate reizen en vanuit daar naar London Bridge gaan. Hij pakte een plattegrond van de Underground en tekende het uit. Hij raadde ons aan om op Moorgate weer iemand van het personeel aan te spreken.

Nu  hadden we twee verschillende bestemmingen. We besloten om de metro naar Moorgate te pakken, die man zag er het meest betrouwbaar uit. We volgden de vele bordjes die ons naar de Metropilitan leidde. De metro stond klaar en we stapte in. Bij de eerst volgende halte moesten we al weer uitstappen. Gelukkig, we waren weer een stapje dichterbij…

Moorgate was veel kleiner dan Liverpool Street. We spraken een medewerker aan en voordat we het wisten zaten we in de volgende metro.

We stonden op London Bridge. Nu begon de grote zoektocht. We moesten naar Croydon, maar we hadden geen idee hoe. Kon dit met de metro? Of moesten we met de trein?

Al snel spotte we een informatiebalie met een verschrikkelijk lange rij. Toen het onze beurt was vertelde wij dat we naar Croydon moesten. “Oost of West” vroeg de man. We hadden een

straatnaam en de naam van het hotel, maar wisten niet of dit in Oost of West was. Hij kon ons niet helpen en mopperde dat als we op pad gingen we de reis beter moesten uitstippelen.

Wat moesten we nu? 
Per ongeluk kwamen we bij één van de vele ingangen van het station. Hier stonden nog meer medewerkers. We spraken iemand aan. Ook deze vroeg of naar Oost of West moesten. Wij zeiden dat we dat niet wisten, dat we bij de Jury’s-Inn moesten zijn. Ons werd aangeraden om naar Oost te gaan, dat was de meest toeristische kant. We moesten de trein nemen die natuurlijk vanaf de andere kant van het station vertrok. We werden een lange hal ingestuurd. Deze hing vol met posters van films en theaterstukken.

Aan het einde van de lange hal konden we twee kanten op. Links & rechts. Gelukkig was daar weer het metropersoneel. Deze stuurde ons naar de perrons. Hier bleken we drie kanten op te kunnen. We keken op het digitale bord waarvan de vertrektijden te snel versprongen. Nergens stond (East-)Croydon tussen. Lang leve al dat metropersoneel dat er rond liep.

De eerste trein zat bomvol, dat werd twintig minuten wachten op de volgende… Na een reis in een overvolle trein kwamen we eindelijk aan in East-Croydon. Een reis waar je normaal gesproken ongeveer een uur over zou doen, had ons twee uur gekost.

Gelukkig zat het hotel op vijf minuten loopafstand  van het trein station. Eenmaal op onze hotelkamer keek ik uit het raam. Ik had bewondering voor de mensen die iedere dag de weg wisten te vinden in dat gigantische ondergrondse doolhof.

“Sabrina…” klonk mijn beste vriendin. “Zie jij ergens een stopcontact?” we zochten op handen en voeten en kwamen al snel een stopcontact tegen. Het zag er anders uit dan de stopcontacten die wij in Nederland hadden. En ja hoor…de stekker paste er inderdaad niet in. Ik zuchtte diep. O nee, ook dat nog…


"I'm Sabrina and I'm just trying to be me in this big world"

Geen opmerkingen:

Een reactie posten